f(x) = -3x 2 + 6x +9
We bepalen drie soorten karakteristieke punten van de grafiek.
Snijpunt met Y-as.
f(0) = 9 Dus (0,9)
Snijpunt met de X-as.
-3x 2 + 6x +9 = 0
x 2 - 2x - 3 = 0
(x - 3)(x + 1) = 0
x - 3 = 0 of x + 1 = 0
x = 3 of x = -1
of gebruik voor het oplossen van de vergelijking de abcformule
Hier geldt a = -3, b = 6 en c = 9. We vinden dus x = 3 of x = -1 zodat
(3,0) en (-1,0) de nulpunten zijn.
Top.
In het algemeen geldt dat bij een vorm f(x)= ax 2 +bx+c de x-waarde van de top gegeven wordt door x-top = -b/2a .
Hier dus x-top = -6/-6 = 1 en dus y-top = f(1) = -3 + 6 + 9 = 12.
Dus (1,12) als top.
We kunnen omdat er weer nulpunten zijn ook nemen
x-top = (3+-1)/2 = 1.