In de wiskunde bestaan veel afspraken over korter opschrijven. Zo is afgesproken dat
5+5+5+5+5+5+5 = 7x5 = 7 •5
a+a+a+a = 4•a = 4a
a+a+a+a+b+b = 4•a+2•b = 4a+2b
Zo is ook afgesproken dat
5•5•5 = 53
We spreken uit 5 tot de macht 3.
5 heet het grondtal
3 heet de exponent.